Foto Petra en Erik Hesmerg

Grafzerken

Tot halverwege de zeventiende eeuw telde De Nieuwe Kerk twee kerkhoven. Tijdens de uitbreiding van de Dam voor de bouw van het nieuwe stadhuis zijn de kerkhoven geruimd.

grafzerkWie het zich kon veroorloven, liet zich begraven in zijn familiekapel of in een familiegraf in de kerk. Het meest gewild was een plekje vlak bij het hoogaltaar, maar dit was alleen weggelegd voor de allerrijksten. Op de grafzerken in en rond het koor zijn bekende namen te lezen, vaak voorzien van familiewapen: de schrijvers en dichters P.C. Hooft, Joost van den Vondel, Jan Vos en Isaäc da Costa; de chirurgijn en burgemeester dr. Nicolaes Tulp, wiens anatomische les door Rembrandt is vereeuwigd; de burgemeesters Cornelis Pietersz. Hooft en Jan Six; de hoogleraar Caspar van Baerle. Twaalf grafstenen zijn in het begin van de jaren negentig uit veiligheidsoverwegingen verplaatst naar de zijkant van het koor omdat bezoekers zich konden bezeren aan het hoge reliëf van deze stenen.

In De Nieuwe Kerk hebben naar schatting permanent zo’n tienduizend doden gelegen. In de kerk waren de kisten vier hoog op elkaar gestapeld, in het verhoogde koor was plaats voor vijf kisten boven elkaar. De langst begravenen lagen in de onderste kist. De negentiende-eeuwse dichter Isaäc da Costa was een van de laatsten die in De Nieuwe Kerk werden bijgezet, in 1860. Sinds 1866 is het in Amsterdam verboden in kerken te begraven. Nog op 30 december 1865 kreeg de weduwe Lunel-Geerding haar laatste rustplaats in De Nieuwe Kerk. Het was de laatste begrafenis in een Amsterdamse kerk. Door geregeld hergebruik van zerken en restauraties van de vloer door verzakkingen, liggen er vrijwel geen grafstenen meer op de oude plaats. Bovendien zijn sommige oude stenen afkomstig van de in 1950 gesloopte Eilandskerk op het Bickerseiland. Tijdens de grote restauratie in de jaren 1959 tot 1980 werden vrijwel alle graven geruimd, en veel beschadigde stenen verwijderd. Ook moesten in verband met de aanleg van vloerverwarming veel grafzerken plaatsmaken voor dunnere stenen platen. De botten uit de geruimde graven werden in ijzeren tonnen overgebracht naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats.