Foto Evert Elzinga

061216 Istanbul

De Stad en de Sultan

Deze winter staat vanaf 16 december 2006 t/m 15 april 2007 een van de meest bijzondere steden ter wereld centraal in een grote tentoonstelling in De Nieuwe Kerk: “ISTANBUL”. Een kruispunt van wereldbeschavingen en bakermat van cultuur. De Ottomaanse dynastie drukte een grote stempel op deze bijzondere stad en liet de prachtigste paleizen, moskeeën en verzamelingen na. Bijna 300 schatten van de sultans uit vele musea in Istanbul, waaronder die van het wereldberoemde Topkapi paleis museum, komen deze winter naar de Dam in Amsterdam.

Het bezoek aan de tentoonstelling is een wandeling door het rijke verleden van de Ottomaanse sultans. Te zien zijn o.m. hoogtepunten van de Ottomaanse kunst zoals portretten en kaftans van de sultans, miniaturen en schilderingen van belangrijke momenten uit de geschiedenis, tapijten, geschenken aan de sultan, sieraden, religieuze relikwieën, marmeren tulbanden, mystieke objecten, hoogtepunten uit literatuur en wetenschap, fraaie kalligrafie, keramiek, waterpijpen en muziekinstrumenten. Al deze bijzondere voorwerpen zijn terug te vinden in de wandeling langs ruim 10 gebouwen (o.a. de bazaar, koffiehuis, hamam, tekke, moskee en harem) die architectenbureau Kossman & DeJong plaatst in de majestueuze middeleeuwse kerk, gecombineerd met oude en nieuwe filmbeelden en bijzondere Ottomaanse muziekfragmenten.

De stad waaraan de tentoonstelling in De Nieuwe Kerk is gewijd, is misschien niet de oudste stad van de wereld, maar zeker een van de meest spectaculaire, met haar rijke geschiedenis en de prachtige ligging aan de oevers van de Gouden Hoorn, de Zee van Marmara en Bosporus. Hoewel de stad tegenwoordig evenveel inwoners telt als Nederland, begon het ooit als het kleine provinciestadje ‘Byzantion’, gesticht in 650 v. Chr. Byzantium werd van stad een metropool, nadat keizer Constantijn de Grote het tot hoofdstad van zijn rijk maakte (begin 4de eeuw). Ook gaf hij zijn naam eraan: ‘Konstantinoupolis’. Sommige van de monumentale gebouwen uit die periode zijn nog altijd te bewonderen, zoals de Hagia Sophia, de grootste kathedraal uit de middeleeuwen gewijd in 563, en later veranderd in de Aya Sofya Moskee. De stad Constantinopel en het Byzantijnse Rijk raakten vanaf de 13de eeuw in verval. Kruistochten, oorlogen, plunderingen – de stad kwam deze rampen niet meer te boven. De handel liep terug, mensen trokken weg en de stad brokkelde langzaam af. In diezelfde eeuw ontstond aan de oostelijke horizon een heel andere dreiging: die van de ‘Turken’. Zij waren een van de steppevolkeren uit Centraal-Azië die langzamerhand hun machtsterrein uitbreidden. Met name de dynastie van Osman wist haar macht te vergroten ten koste van de Byzantijnen en de aangrenzende islamitische rijkjes. Aan het eind van de 15de eeuw hadden de Ottomanen het hele Byzantijnse Rijk bezet, met uitzondering van Constantinopel. Op 28 mei 1453 veroverde Mehmed de Veroveraar eindelijk de stad. Constantinopel was gevallen, en werd omgedoopt tot Istanbul (afgeleid van de Griekse benaming eis tèn polin = naar de stad). Hiermee kwam ook een einde aan het Byzantijnse rijk. Istanbul met het beroemde Topkapi paleis als residentie van de sultans werd het nieuwe centrum van het enorme Ottomaanse rijk. Bijna 500 jaar lang zou een van de langdurigste heerschappijen van een dynastie, de Ottomanen, in Istanbul aan de macht blijven.